21 OKTOBER 2022

21e Food for Thought: gepersonaliseerde voeding voor elke patiënt

‘Gepersonaliseerde voeding voor elke patiënt’ dat is onze ambitie. Wat betekent dat voor de toekomst van het voedingsonderzoek? De meer dan 80 deelnemers van ons 21e Food for Thought symposium gingen aan de hand van de gepresenteerde onderzoeksresultaten en -plannen hierover in gesprek. Het programma bood inhoudelijk gevarieerde onderwerpen aan: van darmgezondheid en hart- en vaatziekten tot de Eetscore voor kinderen, en van het tijdstip van voedingsinname op de IC tot zwangerschap na bariatrie. Het illustreert hoe breed leefstijl in de reguliere zorg kan worden ingezet als onderdeel van de behandeling.

21e Food for Thought: gepersonaliseerde voeding voor elke patiënt

Onderzoekers, medisch specialisten, paramedici en beleidsmedewerkers ontmoeten elkaar op de 21e editie van Food for Thought tijdens het lustrumjaar. Tijdens het gezonde buffet is er volop ruimte om te netwerken. Fotografie: Iris de Koning

‘Een speciale Food for Thought editie vanwege ons 15 jarig bestaan,’ zo opende Renate Winkels de avond. Renate nam in 2021 het stokje over van Ellen Kampman als bestuurslid bij de Alliantie Voeding in de Zorg. ‘Allereerst wil ik Ellen bedanken voor haar jarenlange bijdrage in het bestuur. We hebben de afgelopen 15 jaar een sterke basis gelegd. Er zijn veel mooie onderzoeken gedaan en resultaten worden toegepast in de zorg. Het project Goede Zorg Proef Je heeft echt een beweging in gang gezet binnen de Nederlandse ziekenhuizen. In het recente Integraal Zorg Akkoord wordt de Alliantie Voeding in de Zorg benoemd als kenniscoalitie op het gebied van preventie in de zorg. Ik droom ervan dat in de toekomst aandacht voor voeding in de behandeling een vanzelfsprekendheid is. Wij blijven ons daarvoor inzetten. Het creëren van bewijs en het borgen van voedingskennis in leefstijlinterventies, richtlijnen en zorgstandaarden is daarbij essentieel’. 

Gepersonaliseerde voeding

Als we de voedingskennis die beschikbaar is niet toepassen, doen we veel patiënten tekort. Aandacht voor voeding in de curatieve zorg levert gezondheidswinst op. Meer volgens de Schijf van Vijf gaan eten is bij vrijwel alle chronische aandoeningen zinvol. Daarnaast zijn er aandoeningen waar specifieke aanpassingen in de voeding nodig en zinvol zijn. Zo liet Dieuwertje Kok zien dat extra aandacht voor voedingsvezels in de aanloop naar een dikkedarmoperatie mogelijk belangrijk is. Dr. Imre Kouw verteld over het belang van meer aandacht voor de timing van voeding bij IC-patiënten. Persoonlijke voedingsadviezen vergroten de kans dat mensen daadwerkelijk hun voeding aanpassen. ‘Het onderstreept het belang van voedingsonderzoek binnen de curatieve zorg,’ aldus Menrike Menkveld, directeur Alliantie Voeding in de Zorg. ‘Na ons online Food for Thought symposium van vorig jaar is het fantastisch om vanavond elkaar weer live te kunnen inspireren en ontmoeten. Ik vind het mooi om te zien hoe vanavond via de klinische reflecties de verbinding tussen zorg en voedingswetenschap gestimuleerd en gerealiseerd werd.’

Lees hieronder een impressie van de onderzoekspresentaties. Zie je kansen voor samenwerking in onze onderzoeken? Wil je contact met één van de onderzoekers? Mail dan naar Gerda Pot, programmacoördinator Alliantie Voeding in de Zorg.

Meer lezen:


Onderzoekspresentaties

Voedingsvezels en darmgezondheid 

Dr. Dieuwertje Kok van Wageningen Universiteit nam ons mee in haar onderzoek naar de rol van voedingsvezels en darmgezondheid in relatie tot postoperatieve complicaties bij darmkankeroperaties. In totaal namen 1400 patiënten uit 11 verschillende ziekenhuizen, waaronder Rijnstate en Ziekenhuis Gelderse Vallei deel aan de COLON studie, waarbinnen deze vraag bekeken is. In deze studie haalde slechts 9% van de patiënten de aanbeveling voor dagelijkse inname van voedingsvezels. Dit is overigens niet heel anders dan in de totale bevolking, waar de inname van voedingsvezels ook relatief laag is. Patiënten met een hogere vezelinname voorafgaand aan de operatie leken een lager risico te hebben op (chirurgische) complicaties (Kok, Jama Surgery 2021 ) Dit zou mogelijkheden kunnen bieden om vóór een operatie veranderingen te realiseren die impact kunnen hebben op het herstel van de patiënt. Vervolgonderzoek is nodig om te zien of dit daadwerkelijk zo is. Zo wordt nu onderzocht wat de rol is van lokale ontstekingen via metingen van calprotectine in de ontlasting. Ook wordt de invloed van de aan- of juist afwezigheid van bepaalde darmbacteriën onderzocht. Mogelijk zijn darmbacteriën betrokken bij het ontstaan van complicaties na een darmkankeroperatie.

Promovendus Niels Klaassen van Wageningen Universiteit pitchte later op de avond zijn onderzoeksplan om de inname van voedingsvezels voor een darmkankeroperatie te verhogen met een online, gepersonaliseerd voedingsadvies. Eerder dit jaar was hij, met het team, één van de winnaars van de LustrumGrant 2022 – Alliantie Voeding in de Zorg. Gemiddeld heeft een darmkankerpatiënt 3-4 weken voordat de operatie plaatsvindt. In die tijd willen we de vezelinname verhogen met gepersonaliseerd voedingsadvies op basis van de online Vezel-UP tool ontwikkeld vanuit FBR – Wageningen UR. In gezonde mensen en mensen met verstopping is aangetoond dat deze tool effectief is in het verhogen van de vezelinname in een periode van 4 tot 6 weken (Rijnaarts 2022, J. Nutr. Science; Rijnaarts 2021, J of Hum. Nutr; Rijnaarts, Public Health Nutrition 2020). Met de zaal volgde een interessante discussie met input vanuit chirurgen en diëtisten om het onderzoeksplan verder te optimaliseren. Hierbij kwam bijvoorbeeld de locatie van de tumor in de dikke darm aan bod (colon- versus rectumkanker) aan bod, maar ook het belang van balans houden tussen vezelinname en inname van andere relevante voedingsstoffen zoals bijvoorbeeld eiwitten.

Meer lezen:


Tijdstip van voedingsinname en metabole effecten

Dr. Imre Kouw, postdoctoraal onderzoeker bij Wageningen Universiteit, bestudeert de relatie tussen het tijdstip van voedingsinname en de metabole effecten bij patiënten op de Intensive Care (IC). In het algemeen zijn er verschillende voedingspatronen waarin enterale voeding kan worden toegediend: o.a. continu, cyclisch, intermitterend en als bolus. Veiligheid bij IC-patiënten heeft uiteraard een prioriteit, voordat een verandering in de voeding kan worden toegepast in de klinische praktijk. De timing van voeding bij IC-patiënten is nog weinig onderzocht en biedt dus mogelijkheden voor nieuw onderzoek op de IC.

Het is bekend dat het circadiaan ritme (dat onder invloed is van de biologische klok) verstoord is tijdens kritieke ziekte. Het circadiaan ritme speelt een essentiële rol in ons lijf: op verschillende momenten op de dag zijn verschillende metabole processen in het lichaam actief. De biologische klok is gelinkt aan ons netvlies, waarbij licht de grootste regulator is. Daarnaast zijn er ook lichaamsklokken aanwezig in organen, zoals bijvoorbeeld hart, lever en nieren. Deze zijn gevoelig voor externe factoren, zoals eten en fysieke activiteit. Op de IC spelen externe factoren, zoals licht, geluid, medische interventies en voeding, een belangrijke rol in de verstoring van het circadiaan ritme, naast uiteraard de impact van de kritieke ziekte en de metabole stress. Op dit moment is continue voeding de standaard tijdens en IC-opname. Het toedienen van voeding in een meer maaltijd-nagebootst patroon heeft potentie om complicaties tijdens en na IC-opname te verlagen.

Bij gezonde mensen resulteert intermitterend vasten in een betere glucose tolerantie en insuline gevoeligheid. Bijvoorbeeld ‘time restricted eating’, waarbij voeding over een periode van maximaal 8 uur wordt geconsumeerd t.o.v. een eetpatroon van 12 uur. De afgelopen 2 jaar voerde Imre in Australië – Royal Adelaide Hospital - een studie uit waarin ze het effect van een intermitterend vs. een continue voedingspatroon bij 65 IC-patiënten heeft onderzocht. De eerste resultaten laten zien dat intermitterende voeding in vergelijking met continue voeding een gelijk effect heeft op glycemische controle en maagdarm-tolerantie. Dit suggereert dat intermitterende voeding op de IC veilig is en zinvol zou kunnen zijn. Het effect op meer klinische uitkomstmaten zoals spiermassa en spierfunctie is echter nog nooit onderzocht. Vervolgonderzoek is nodig om de verstoring in het circadiaan ritme te kwantificeren en om vast te stellen wat de relatie is met metabole verstoringen bij IC-patiënten. Ook wil ze graag onderzoek naar de timing van maaltijden op de verpleegafdeling ná een IC-opname starten.

Meer lezen:


Beweging en voeding bij cardiometabole aandoeningen

Nadia Bonekamp, arts-onderzoeker en promovendus in het UMC Utrecht, presenteerde haar onderzoek met data uit het UCC-Smart Cohort, naar de rol van voeding en beweging tijdens de behandeling van cardiometabole aandoeningen. Ze voert haar onderzoek uit met steun van Regio Deal Foodvalley. Uit haar onderzoek blijkt dat veel beweging in je vrije tijd gerelateerd is aan een lager risico op een cardiovasculair event (hartaanval of beroerte) en op sterfte. Er is daarbij weinig verschil tussen type en intensiteit van de beweging. Ook lijken conditietraining of krachttraining ongeveer even grote voordelen op te leveren. Het is wel belangrijk om de aandacht voor bewegen in al je activiteiten door te voeren: ook als je op je werk al veel beweegt is het nodig om daarnaast ook in je vrije tijd te bewegen en sporten. Ook lijkt zware lichamelijke inspanning op het werk niet gerelateerd met dezelfde gezondheidsvoordelen als beweging in de vrije tijd. Mogelijk omdat die beweging vaak repetitief is en er weinig tijd is voor herstel en de inspanning deels als stress wordt ervaren door het lijf (Bonekamp, BMJ 2022) .

Aansluitend lichtte Nadia de aanpak van haar voedingsonderzoek toe. Met een netwerk meta-analyse bracht ze het effect van verschillende voedingspatronen bij cardiometabole aandoeningen in kaart. Ze identificeerde 17 trials met voedingsinterventies bij hart- en vaatziekten en 73 trials bij diabetes type 2. Opvallend is dat bij een voedingspatroon-interventie eigenlijk altijd een positief effect werd gezien na 6 maanden in vergelijking met de groep zonder interventie: bijvoorbeeld gewichtsafname of een beter gereguleerde bloedglucose. Het type voedingspatroon was daarbij minder van invloed, al lijken vooral een plantaardig en een koolhydraatarm voedingspatroon er gunstig uit te komen. Toch waren na 12 maanden de effecten deels verdwenen. Wellicht houden mensen het voedingspatroon onvoldoende vol. Op dit moment werkt Nadia aan een vertaling van de resultaten naar de klinische praktijk. Om het tastbaar voor te maken voor patiënten probeert ze te voorspellen hoeveel extra gezonde jaren een patiënt kan verwachten als ze een gezond voedingspatroon gaan volgen en deze voorspelling te verwerken in een online tool. Hopelijk kunnen zorgverleners deze tool gaan gebruiken om patiënten nog meer te motiveren.

Meer lezen:


Voeding en obesitas

Agnes Berendsen, docent/onderzoeker aan Wageningen Universiteit vertelde dat obesitas nog steeds toeneemt. Genetica speelt daarbij een kleine rol, maar nog meer voeding, leefstijl en omgevingsfactoren. We moeten iets doen, want obesitas vergroot het risico op veel chronische aandoeningen. Ca. 12.000 mensen ondergaan daarom een bariatrische operatie. Dit levert meestal langdurig gewichtsverlies op, maar er ontstaan ook vaak tekorten aan voedingsstoffen. Circa 80% van de mensen die een bariatrische ingreep krijgt is een vrouw en de helft is in de vruchtbare leeftijd. Een kinderwens is dan ook regelmatig een reden om over te gaan tot een bariatrische ingreep, omdat de zwangerschapskansen daarna toenemen. Voedingstekorten die door de ingreep vaak ontstaan kunnen tijdens de zwangerschap effect hebben op het kind, zoals een verhoogd risico op foetale groeiachterstand en een laag geboortegewicht. Deze kinderen hebben paradoxaal een groter risico op het ontwikkelen van obesitas, diabetes en andere cardiometabole ziekten. Met een prospectieve cohort studie onderzoekt Agnes met haar team hoe de fysiologische veranderingen en de voedingstekorten kunnen worden gemeten en gemonitord. Ze wil ook nagaan wat de consequenties van de fysiologische veranderingen zijn op de lange termijn gezondheid van de vrouw én op de groei en ontwikkeling van het kind. Met de resultaten hoopt ze uiteindelijk deze vrouwen gericht (voedings)advies te kunnen geven. Het project van Agnes heeft recent subsidie vanuit 4TU ontvangen voor een voorstel waarin de Wageningen Universiteit (Voeding en Gezondheid / Social Sciences) samenwerkt met TU Delft, TU Eindhoven,TU Twente en TechMedCentre. Agnes verricht het onderzoek in samenwerking met Prof. Eric Hazebroek, bariatrisch chirurg in Rijnstate/Vitalys.

Ook pitchte Zoë van der Heijden, student/onderzoeksassistent aan Wageningen Universiteit, de tweede winnaar van de LustrumGrant 2022 - Alliantie Voeding in de Zorg, haar onderzoeksplan over de ontwikkeling van de Eetscore Jr. De Eetscore is namelijk (nog) niet inzetbaar bij kinderen. Jeugdobesitas is echter een steeds groter wordend probleem. Het uiteindelijke doel is om voor kinderen van 8-10 jaar een voedingsassessment- en coachingtool te ontwikkelen. Daarvoor start ze met het ontwikkelen van herkenbare en begrijpbare voedselgroepen en bijbehorende voedingsillustraties. Om de toepasbaarheid te verhogen doen is haar project een co-creatie met de kinderen zelf, maar ook met betrokken experts als grafisch ontwerpers, diëtisten en basisschool leraren.

Meer lezen:




Schrijf u nu in voor onze nieuwsbrief!

Onze digitale nieuwsbrief verschijnt regelmatig

Bekijk hier de laatste nieuwsbrief

Uw persoonsgegevens worden conform onze Privacy- en Cookieverklaring verwerkt. Uitschrijven kan onderaan iedere nieuwsbrief die u van ons ontvangt.