28 SEPTEMBER 2021
Afgelopen vier jaar onderzocht Vera welke factoren vitamine D-concentraties beïnvloeden, daarnaast onderzocht ze of vitamine D-concentraties gemeten voor, tijdens en na de behandeling geassocieerd zijn met inflammatie en met de prognose van dikkedarmkanker. Dat is belangrijk om te weten, want darmkanker behoort tot de top drie van meest voorkomende kankersoorten in Nederland met bijbehorende hoge ziektelast en sterftecijfers. ‘Uiteindelijk hoop ik met mijn onderzoek bij te dragen aan een betere prognose van dikkedarmkanker,’ vertelt Vera.
Binnen WUR wordt er veel onderzoek gedaan naar de rol van voeding bij dikkedarmkanker en Vera maakte daar gebruik van. In 2010 heeft de ‘Voeding en Kanker’-groep de COLON-studie opgestart, een prospectieve cohort studie, waarbij mensen met darmkanker werden bevraagd over hun leefstijl voor, tijdens en na therapie en waarbij bloed werd afgenomen. Er zijn nu meer dan 2300 deelnemers gemiddeld zeven jaar gevolgd na diagnose, waarbij ook gegevens over kwaliteit van leven, terugkeer van de tumor en overleving zijn verzameld. Vera gebruikte data uit de COLON-studie en uit een vergelijkbare studie onder ongeveer 700 deelnemers, de EnCore-studie, gestart in 2012 bij Universiteit Maastricht. ‘Omdat we data hebben van meer dan 3000 deelnemers, we veel verschillende gegevens hebben verzameld kunnen we heel veel onderzoeksvragen beantwoorden en dieper kijken naar verbanden en mogelijke onderliggende mechanismen,’ vertelt Vera. ‘Daardoor konden we niet alleen kijken of vitamine D geassocieerd is met overleving van kanker, maar ook of inflammatie, vastgesteld in de bloedmonsters, daar een mogelijk onderliggend mechanisme voor is. Zo kunnen we uiteindelijk beter aanbevelingen doen.’
De Gezondheidsraad beveelt nu al aan dat alle vrouwen van boven de vijftig en mannen van boven de zeventig dagelijks 10 tot 20 microgram vitamine D slikken. ‘In de COLON-studiepopulatie volgt maar 23% van de mannen en 34% van de vrouwen dit advies op. Vitamine D-deficiëntie komt vaak voor in de Nederlandse populatie, maar zeker ook in darmkankerpatiënten: bijna de helft van de darmkankerpatiënten in onze studie had een gebrek aan vitamine D,’ vertelt Vera. En dat terwijl Vera in haar onderzoek erachter kwam dat hogere vitamine D-concentraties, met name in combinatie met een magnesiumrijke voeding, geassocieerd zijn met betere overlevingskansen.
Een ander deel van Vera’s onderzoek richtte zich op inflammatie, die een belangrijke rol speelt in het ziekteverloop van dikkedarmkanker. Nu hebben we het niet over acute inflammatie zoals bij een rood opgezwollen kloppende vinger, maar over een minder zichtbare, minder heftige, langdurige vorm van inflammatie in het bloed: ‘laaggradige chronische inflammatie’. ‘Uit mijn onderzoek blijkt dat hogere levels van inflammatiemarkers in het bloed samenhangen met de overleving en terugkeer van dikkedarmkanker.’ Gezonde voeding, een gezond gewicht en een goede leefstijl kunnen mogelijk deze chronische inflammatie verlagen. Vera zag in haar onderzoek dat hogere concentraties van vitamine D geassocieerd waren met lagere levels van inflammatiemarkers in het bloed. Vera: ‘Dit is een veelbelovend resultaat, maar er is meer onderzoek nodig om te achterhalen hoe dit precies werkt, bijvoorbeeld door ook te kijken in het tumorweefsel zelf.’
‘Alles lijkt erop dat hogere vitamine D-concentraties in het bloed de prognose van dikkedarmkanker positief beïnvloedt, alleen is er nog een interventiestudie nodig om dit te bevestigen,’ concludeert Vera. ‘Mijn onderzoek leidt tot een sterke aanbeveling om de richtlijnen voor supplementgebruik van vitamine D te volgen, voor alle Nederlanders maar zeker ook voor patiënten met dikkedarmkanker. Daar kan mogelijk al veel winst mee behaald worden.’ Ook het advies aan alle Nederlanders om dagelijks minimaal een half uur in de zon te zijn met ontblote handen en ontbloot hoofd om de vitamine D-concentraties op peil te houden blijft staan. Daarnaast beveelt ze artsen aan de vitamine D-concentraties in de gaten te houden, vooral patiënten met een vergevorderd stadium van ziekte en die chemotherapie ondergingen hadden vaker lage concentraties. Voldoende magnesiuminname vraagt om meer toewijding: daarvoor moet je meer donkergroene groente, peulvruchten en noten eten. Eigenlijk adviseren we iedereen sowieso de richtlijnen van het Wereld Kanker Onderzoeks Fonds ter preventie van kanker te volgen die ook beschikbaar zijn via voedingenkankerinfo.nl: een gezond gewicht hebben, voldoende bewegen, gezond eten.
Op dit moment is Vera postdoc aan WUR. ‘Ik onderzoek nu hoe aangeboren verschillen tussen mensen in vitamine D-metabolisme en inflammatie samenhangt met uitkomstmaten van darmkanker. Daardoor hoop ik meer te weten te komen over het onderliggende mechanisme en welke groepen mensen het meeste baat heeft bij vitamine D-supplementen.’ Ook werkt Vera als coördinator van het werkpakket voeding en kanker, genaamd ONCO-LIFE, dat mede mogelijk wordt gemaakt door Regio Deal Foodvalley. Ook doet ze onderzoek binnen een internationaal consortium in darmkankerpatiënten, waarbij ze kijkt naar de interactie tussen calciuminname en erfelijke factoren in relatie tot darmkankeroverleving. ‘Ik wil niet alleen weten of voeding geassocieerd is met ziekteverloop, maar ik wil ook weten hoe dat dan werkt. Dit doe ik door biologie en epidemiologie te combineren in mijn onderzoek.’
Onze digitale nieuwsbrief verschijnt regelmatig