23 JUNI 2021
In de nieuwe studie bekijken de onderzoekers of te lage eiwitinname en slechte voedingsstatus risicofactoren zijn voor moeizaam herstel van 70-plussers na een heupfractuur. Daarvoor nemen ze de botgezondheid en het fysiek functioneren onder de loep, maar ook sociaal-demografische factoren. ‘Met dit onderzoek hopen we de zorg en herstel na een heupfractuur te verbeteren en de kwaliteit van leven voor patiënten te verhogen,’ zegt Inge Groenendijk, promovenda aan Wageningen University & Research (WUR).
De LIFF-studie staat voor ‘Life Improving Factors after hip Fracture’ en is een observationele studie waarbij 84 patiënten na hun heupfractuur drie maanden lang worden gevolgd. ‘We maken gebruik van data die al worden uitgevraagd in de zorg. We moesten wel wat metingen standaardiseren voor het onderzoek,’ vertelt Inge. ‘Ook meten we een paar nieuwe factoren: eiwitinname, lichaamssamenstelling (onder andere spiermassa), botdichtheid, handknijpkracht en spiervermoeidheid. De werving start naar verwachting in juli of augustus binnen Rijnstate. De LIFF-studie valt onder de onderzoekslijn ‘Ouderen en Geriatrie’ van Alliantie Voeding in de Zorg. Het onderzoek wordt uitgevoerd onder leiding van Hugo Wijnen, klinisch geriater in Rijnstate. Inge wordt begeleid door Lisette de Groot, hoogleraar voeding en veroudering aan WUR.
Naast eiwitinname en voedingsstatus wordt er gekeken naar meer factoren die een rol kunnen spelen in het slechte herstel van patiënten na een heupfractuur, zoals mobiliteit, leefsituatie, lichaamsgewicht en klinische kwetsbaarheid. Deze factoren worden uitgevraagd met behulp van vragenlijsten. Ook wordt er bloedonderzoek gedaan om naar botmarkers voor de botstofwisseling te kijken. ‘Het unieke aan deze studie is dat we zo veel verschillende factoren tegelijk meenemen,’ zegt Inge.
Door meer kennis te vergaren over factoren die herstel kunnen beïnvloeden hoopt Inge dat patiënten beter en sneller herstellen. Ze verwacht dat de resultaten worden opgepakt in de zorgpraktijk: ‘Er komt steeds meer aandacht voor voeding en bewegen in de zorg. Het personeel van Rijnstate dat ik voor mijn onderzoek heb gesproken is enthousiast over dit onderzoek.’
Initieel zou Inge promoveren op de ProBUS-studie, een interventiestudie waarbij ouderen na een heupfractuur drie maanden lang een eiwitrijk dieet volgen om de invloed van eiwitinname op botgezondheid, fysiek functioneren, spiermassa en herstel te onderzoeken. Door de coronasituatie was het niet mogelijk om met de ProBUS-studie te starten omdat er voor de studie lichamelijke metingen nodig waren in verpleegtehuizen. ‘De intentie is om de studie later alsnog te doen. In de tussentijd hebben we de LIFF-studie gestart,’ legt Inge uit. ‘De resultaten van de LIFF-studie worden straks meegenomen naar de ProBUS-studie.’
Elke 6-8 weken verschijnt onze digitale nieuwsbrief.