11 MEI 2021
Darmkanker behoort tot de top vijf van meest voorkomende kankersoorten in Nederland. De ziekte heeft veel impact op de kwaliteit van leven en de gezondheidsstatus van de patiënt. Over de rol van voeding ter preventie van darmkanker is veel bekend, maar welke effecten kunnen voeding en bewegen hebben tijdens en na behandeling? Dit staat centraal in de onderzoekslijn ‘Oncologie en Voeding’ van Alliantie Voeding in de Zorg, waar ook de CHEMI-studie onderdeel van is. Wageningen University & Research voert de CHEMI-studie uit in samenwerking met Ziekenhuis Gelderse Vallei en andere betrokken onderzoekers.
‘CHEMI’ staat voor chemotherapie en microbiota. Microbiota verwijst hier naar de darmbacteriën en chemotherapie naar één van de mogelijke behandelingen van dikkedarmkanker. Initieel is dit onderzoek opgezet om te kunnen kijken naar de veranderingen in de samenstelling van de microbiota tijdens chemotherapie. Maar doordat gegevens verzameld zijn tijdens alle fasen van de behandeling, kunnen de onderzoekers ook kijken naar de veranderingen in microbiota tijdens bijvoorbeeld operaties. De verwachting is dat de behandeling, waaronder zowel de operatie als de chemotherapie, de samenstelling van de microbiota beïnvloedt. Tegelijkertijd kan de microbiota mogelijk bepalen hoe patiënten reageren op de behandeling, bijvoorbeeld wat betreft bijwerkingen of uitkomsten van de therapie. De CHEMI-studie onderzoekt dit en kijkt of voeding een strategie kan zijn om de microbiota samenstelling en functie te ondersteunen. Waardoor er uiteindelijk mogelijk minder complicaties optreden, de patiënt zich beter voelt en de behandeling mogelijk beter aanslaat.
Voor de CHEMI-studie wordt gebruik gemaakt van ontlasting waarin de aanwezigheid van darmbacteriën gemeten kan worden. In totaal zijn 280 monsters beschikbaar van 82 patiënten die zelf thuis maximaal vier keer ontlasting verzamelden. Dieuwertje Kok, onderzoeksleider van de CHEMI-studie en verbonden aan Wageningen University & Research: ‘We streefden ernaar dat elke patiënt vier monsters verzamelde, maar dit was om uiteenlopende redenen niet altijd mogelijk. Met dank aan alle deelnemers hebben we nu echter een mooie, grote set van monsters kunnen verzamelen.’ Voor een goede meting van de darmbacteriën is het belangrijk dat de ontlasting koud bewaard bleef en daarom snel in de vriezer opgeslagen werd. De monsters werden thuis bij de patiënt opgehaald, waarna ze in de vriezers van de universiteit werden gedaan. Vervolgens werden ze geanalyseerd in samenwerking met het Laboratorium voor Microbiologie bij Wageningen University & Research.
Op dit moment worden de onderzoeksresultaten geanalyseerd. Het betreft nu vooral data-analyses om de verbanden tussen de darmbacteriën, de behandeling en de bijwerkingen of complicaties van de behandeling in kaart te brengen. Allereerst zal er gekeken worden naar de relatie tussen darmbacteriën en het risico op complicaties na een darmkankeroperatie. In de vervolgstappen worden de resultaten bevestigd in het laboratorium. Dieuwertje: ‘Ik hoop dat we eind dit jaar de uiteindelijke resultaten hebben.’ Hopelijk geven de resultaten richting aan het vervolgonderzoek dat nodig is om te bekijken of de uitkomsten van de behandeling verbeterd kunnen worden door het beïnvloeden van de samenstelling of functie van de microbiota.
De CHEMI-studie is onderdeel van een groter onderzoek van Wageningen University & Research: de COLON-studie. Dit is een tien jaar lopend onderzoek naar de vraag of voeding en bewegen invloed hebben op het ziekteverloop van dikkedarmkanker. ‘In de COLON-studie gaat het met name om de kwaliteit van leven, terugkeer van kanker en overleving van de patiënt. De CHEMI-studie maakt efficiënt gebruik van de infrastructuur van de COLON-studie. We werken nauw samen met artsen in Ziekenhuis Gelderse Vallei en richten ons op patiënten in de regio in verband met de logistiek,’ vertelt Dieuwertje.
Onze digitale nieuwsbrief verschijnt regelmatig