19 DECEMBER 2019
Prof Eric Hazebroek direct na de inauguratie, aansluitend op het symposium 'Turning the Scale'.
Sinds begin 2019 werkt chirurg Hazebroek een dag per week als buitengewoon hoogleraar Nutrition and Obesity Treatment in de groep van prof. Ellen Kampman, hoogleraar voeding en ziekte, van Wageningen University & Research. Zij begon ook het symposium met een overzicht van onderzoek op het thema voeding, obesitas en metabool syndroom vanuit de divisie Humane Voeding. Ze benadrukte dat de patiënt baat heeft bij dieetrichtlijnen gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Via de Alliantie Voeding in de Zorg werken Rijnstate, Vitalys, Wageningen University & Research en Ziekenhuis Gelderse Vallei hieraan.
‘Bij obesitas geldt nog te vaak het stigma: eigen schuld, dikke bult. En dat is onterecht’, aldus professor Hazebroek in zijn inaugurele rede. ‘Ook onder onderzoekers en professionele gezondheidsverzorgers speelt stigmatisering een rol’, aldus associate professor Kirsten Verkooijen, Social Sciences, Wageningen University & Research. ‘Zo gelooft 47% van de huisartsen in Nederland in het obesitas-stigma. Dat is zorgwekkend.’ Het kan mensen ontmoedigen om te beginnen aan een traject voor bariatrische chirurgie. Daarnaast beïnvloedt het ook het welzijn en de gezondheid van patiënten na de operatie. De buitenwereld benoemt de ingreep vaak als ‘de makkelijke weg’, terwijl de patiënt levenslang heeft.
Professor Mireille Serlie, Hoogleraar Inwendige Geneeskunde (Voeding en Energiemetabolisme), Amsterdam UMC liet zien hoe eetgedrag voor een groot deel in de hersenen wordt bepaald via neurotransmitters zoals dopamine en serotonine. Mensen met obesitas hebben minder dopaminereceptoren. Op zoek naar nieuwe behandelmogelijkheden loopt er een studie voor een medicijn dat het dopaminesysteem stimuleert. Bariatrische chirurgie en medicijnen kunnen een aanvullende therapie zijn op diëten en lichaamsbeweging.
Associate professor Gijs Goossens, department of Human Biology, Maastricht UMC+, ging in op vetweefsel. Een toename van vetweefsel, zoals bij obesitas, leidt niet bij iedereen tot een verhoogd risico op metabole- en cardiovasculaire aandoeningen. Vetweefsel is een complex orgaan. Mogelijk is niet de hoeveelheid vetweefsel, maar een stoornis van het vetweefsel de sleutelfactor in obesitas geassocieerde metabole complicaties. De hoeveelheid zuurstof in het vetweefsel lijkt een rol te spelen bij vetweefselstoornissen in obese patiënten.
Internationale sprekers gingen in op ontwikkelingen en de toekomst van de bariatrische chirurgie. Professor Gerhard Prager, department of Surgery, University Hospital Vienna, riep op om bariatrische chirurgie breder te zien: als metabole chirurgie. Diabetes en obesitas gaan hand in hand. Het aantal mensen met diabetes type 2 is enorm toegenomen de laatste jaren. Het is bekend dat een bariatrische ingreep ook metabole effecten heeft. Diverse onderzoeken laten een positief effect zien van bariatrische operaties op diabetes type 2. Mogelijk kan, door de huidige BMI-afkapwaarden te heroverwegen, metabole chirurgie worden ingezet om diabetes type 2 te behandelen aldus Prager.
Na een bariatrische ingreep verandert ook de voedselvoorkeur. Het ‘I don’t enjoy burgers anymore – syndroom’ bestaat echt aldus professor Marco Bueter, department of Surgery, University of Zürich. Veel patiënten hebben minder behoefte aan voedsel met veel suiker en vet na de ingreep. De veranderingen in de voedselvoorkeur lijken vooral in de eerste maanden na de operatie te starten en ten minste 2 jaar aanhouden’. De onderliggende gedrag- en fysiologische mechanismen zijn complex, maar er zijn aanwijzingen dat aangeleerde smaakvermijding speelt (‘conditioned taste avoidance’). Door meer inzicht in deze processen kan de nazorg aan patiënten met een bariatrische ingreep worden verbeterd.
Referenties
Meer informatie
Onze digitale nieuwsbrief verschijnt regelmatig