‘Ik werk zowel als internist-intensivist als hoogleraar met intensivecarepatiënten. Daarbij richt ik me onder andere op PICS: het Post-Intensive Care Syndroom, waarbij mensen soms nog jarenlang allerlei problemen ervaren na een intensivecare-opname, zoals weinig weerstand en spierzwakte of cognitieve en psychosociale klachten. De vraag die ik met mijn promovendi probeer te ontrafelen is: “waardoor herstellen sommige mensen snel van PICS en anderen niet?” Ik denk dat het antwoord ligt in de stofwisselingsprocessen, ofwel de metabole processen. Enerzijds voeren we basaal onderzoek uit om inzicht te krijgen in wat er gebeurt in de verschillende fases van ziekte. Daarbij zoomen we in op de mitochondriën; de energiecentrales in de cellen. Ook bestuderen we de rol van macronutriënten (eiwitten, vetten en koolhydraten) en micronutriënten, vitamines, mineralen en spoorelementen. Anderzijds richt ik me op interventiestudies in de klinische praktijk: de patiënten op de Intensive Care (IC) en verpleegafdeling van Ziekenhuis Gelderse Vallei. Een aantal van onze onderzoeken hebben tot aanpassingen van internationale richtlijnen voor volwassen IC-patiënten gezorgd. Daar draait het voor mij om: onderzoek doen dat leidt tot betere patiëntenzorg.’
‘We weten inmiddels dat we individuele voedingstherapieën moeten maken voor de verschillende fasen van het ziekzijn, van de acute fase tot de lange termijn herstelfase thuis. In elke fase verschilt de stofwisseling en daaraan gerelateerd de vorm van voeding. Ook kunnen er in die fases verschillende problemen met voeding en stofwisseling optreden, zoals overvoeding in de acute fase, het refeeding syndroom kort daarna en ondervoeding in de langdurige herstelperiode. We proberen te ontrafelen wat er precies gebeurt in de metabole processen bij die problemen en waarom. In de interventiestudies onderzoeken we hoe we de voedingsinname bij post-IC-patiënten kunnen verbeteren door ze bijvoorbeeld eiwitsupplementen te geven. We kijken dan ook of de spierfunctie daardoor verbetert. Daarnaast onderzoeken we de effecten van gezondheidsadviezen voor gezonde mensen op IC-patiënten.’
‘Mijn onderzoeken vallen binnen de onderzoekslijn Metabole Stress van Alliantie Voeding in de Zorg. Alliantie Voeding in de Zorg brengt de juiste partijen bij elkaar. Zo ook binnen mijn onderzoek: ik werk samen met Ziekenhuis Gelderse Vallei en Wageningen University & Research (WUR) waardoor er verbinding is tussen het klinische van het ziekenhuis en de wetenschappelijke kennis, mogelijkheden en laboratoria van WUR. Het mooie van Alliantie Voeding in de Zorg is dat ze altijd aandacht vraagt voor het belang van voeding bij ziekte en herstel, kennis daarover ontwikkelt en de resultaten ervan bekend maakt. Dat is heel belangrijk, want het belang van voeding in zorg en ziekenhuizen is drastisch onderbelicht. Ik probeer nationaal en internationaal dat bewustzijn te verhogen.’
‘Ik zie met name wat er in Ziekenhuis Gelderse Vallei is gebeurd, en dat is heel veel. We hebben met WUR tientallen wetenschappelijke artikelen gepubliceerd. Het voedingsconcept is helemaal veranderd om patiënten gezonder te laten eten en onze zorgprofessionals hebben veel meer kennis over voeding, bewegen en slaap gekregen. Alliantie Voeding in de Zorg heeft dat bewustzijn en die samenwerking mede bewerkstelligt.
Ik heb ook gezien dat er veel meer power uit Alliantie Voeding in de Zorg komt. Zo zijn andere partijen aangesloten als Rijnstate, Gemeente Ede en Opella, waardoor er meer verbreding en uitbreiding komt in het aantal projecten. Zo kijken we nu ook naar de rol van voeding bij het revalideren. We zijn ook steeds succesvoller geworden in het vertalen van de opgedane kennis naar de praktijk.’
‘Ik wil dat het onderzoek van Alliantie Voeding in de Zorg impact heeft. We moeten beter begrijpen wat er aan de hand is, waardoor we gerichtere interventies kunnen ontwikkelen en toepassen waardoor patiënten zo snel en goed mogelijk herstellen. Daarnaast hoop ik dat we ziekte kunnen voorkomen. We hebben daar de afgelopen jaren in voorop gelopen en ik hoop dat we dat voortzetten en onze ambities daarin kunnen verhogen.’
‘Specifiek voor mijn vakgebied vind ik dat voeding geïndividualiseerd en meer gericht moet worden op de verschillende ziektefases. We moeten leren in welke fase de patiënt zit en welke voeding en/ of hulpmiddelen (zoals eiwitverrijking of drinkvoeding) die dan nodig heeft voor herstel. Naast onze onderzoeken hiernaar moet er nog veel meer gedegen wetenschappelijk onderzoek komen. Zo werk ik met Wageningse experts aan meer onderzoek naar het microbioom en hoop ik dat er ook meer aandacht komt voor medische voeding in Wageningen.’
‘Met de verschillende types van voeding die nodig zijn per ziektefase: sondevoeding, drinkvoeding en gewone voeding. Een IC-patiënt heeft sondevoeding nodig, een herstellende patiënt heeft misschien drinkvoeding nodig en als een patiënt hersteld is of zelf kan eten, is een bakje aardbeien gezond.’
Onze digitale nieuwsbrief verschijnt regelmatig